SV | Voorts zijn dit de laatste woorden van David. David, de zoon van Isai zegt, en de man, die hoog is opgericht, de gezalfde van Jakobs God, en liefelijk [in] psalmen van Israel, zegt: |
WLC | וְאֵ֛לֶּה דִּבְרֵ֥י דָוִ֖ד הָאַֽחֲרֹנִ֑ים נְאֻ֧ם דָּוִ֣ד בֶּן־יִשַׁ֗י וּנְאֻ֤ם הַגֶּ֙בֶר֙ הֻ֣קַם עָ֔ל מְשִׁ֙יחַ֙ אֱלֹהֵ֣י יַֽעֲקֹ֔ב וּנְעִ֖ים זְמִרֹ֥ות יִשְׂרָאֵֽל׃ |
Trans. | wə’ēlleh diḇərê ḏāwiḏ hā’aḥărōnîm nə’um dāwiḏ ben-yišay ûnə’um hageḇer huqam ‘āl məšîḥa ’ĕlōhê ya‘ăqōḇ ûnə‘îm zəmirwōṯ yiśərā’ēl: |
Voorts zijn dit de laatste woorden van David. David, de zoon van Isai zegt, en de man, die hoog is opgericht, de gezalfde van Jakobs God, en liefelijk [in] psalmen van Israël, zegt:
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Voorts zijn dit de laatste woorden van David. David, de zoon van Isai zegt, en de man, die hoog is opgericht, de gezalfde van Jakobs God, en liefelijk [in] psalmen van Israël, zegt:
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!